Wat zijn de niveaus van onderwijs?
Uit het handboek voor leraren van een cursus in wonderen
De leraren van God hebben geen vastgesteld onderwijsniveau. Elke onderwijs/leersituatie brengt in het begin een andere relatie met zich mee, alhoewel het ultieme doel altijd hetzelfde blijft: van de relatie een heilige relatie te maken, waarin beiden de Zoon van God als zondeloos kunnen waarnemen. Er is niemand van wie een leraar van God niet kan leren, en dus is er niemand die hij niet kan onderwijzen.
Echter, vanuit een praktisch oogpunt gezien kan hij niet iedereen ontmoeten, noch kan iedereen hem vinden. Daarom behelst het plan heel specifieke contacten die voor elke leraar van God worden gemaakt. Er bestaan geen toevalligheden in verlossing: zij die bestemd zijn om elkander te ontmoeten zullen elkander ontmoeten, want gezamenlijk hebben zij het potentieel voor een heilige relatie. Zij zijn klaar voor elkander.
Het simpelste niveau van onderwijs lijkt nogal vluchtig te zijn. Het bestaat uit wat nogal terloopse ontmoetingen lijken te zijn: een 'toevallige' ontmoeting van twee ogenschijnlijke vreemden in een lift, een kind dat niet oppast waar hij gaat en 'per ongeluk' tegen een volwassene aanloopt, twee studenten die 'spontaan' met elkaar naar huis oplopen. Dit zijn geen toevallige ontmoetingen. Elkeen van deze situaties heeft het potentieel om een onderwijs/leersituatie te worden.
Misschien zullen de ogenschijnlijke vreemden in de lift naar elkaar glimlachen, wellicht zal de volwassene het kind niet uitschelden omdat hij tegen hem is opgebotst, mogelijkerwijze worden de studenten vrienden… Zelfs op het niveau van de meest onopzettelijke ontmoeting is het voor twee mensen mogelijk om, al is het maar voor een moment, gescheiden interesses uit het oog te verliezen. Dat moment zal voldoende blijken: de verlossing is gekomen.
Het is moeilijk te begrijpen dat de niveaus van de universele cursus onderwijzen in werkelijkheid zo betekenisloos zijn als tijd zelf. De illusie van de één staat de illusie van de ander toe. In de tijd lijkt het alsof de leraar van God met één enkele beslissing over de wereld van gedachten begint te veranderen en dan meer en meer over de nieuwe richting leert, terwijl hij deze onderwijst. Wij hebben de illusie van de tijd reeds behandeld, maar de illusie van onderwijsniveaus lijkt iets anders te zijn.
Waarschijnlijk is de beste manier om aan te duiden dat deze niveaus niet kunnen bestaan, simpelweg te stellen dat enig niveau van de onderwijs/leersituatie deel uit maakt van Gods plan voor de verzoening en dat Zijn plan geen niveaus kan bevatten daar het een weerspiegeling van Zijn wil is. Verlossing staat altijd klaar en is er altijd. Gods leraren werken op verschillende niveaus, maar het resultaat is altijd hetzelfde.
Elke onderwijs/leersituatie is maximaal in de zin dat elke betrokken persoon op dat moment het meeste dat hij kan van de andere persoon zal leren. In deze zin, en alleen in deze zin, kunnen wij van onderwijsniveaus spreken. Als wij de term op deze manier gebruiken is het tweede niveau van onderwijs een meer onderhouden relatie waarin twee mensen voor een poosje een tamelijk intense onderwijs/leersituatie aangaan en dan ogenschijnlijk uit elkaar lijken te gaan.
Zoals op het eerste niveau zijn deze ontmoetingen niet onvoorzien, noch is wat het einde van de relatie lijkt een werkelijk einde. Nogmaals, iedereen heeft zoveel geleerd als hij op dat moment kon leren. Nochtans zullen allen die elkaar ontmoeten elkander op een dag wederom ontmoeten, want het is de bestemming van alle relaties om heilig te worden. God vergist zich niet in Zijn Zoon.
Het derde niveau van onderwijs wordt aangetroffen in relaties die, wanneer zij eenmaal zijn gevormd, levenslang zijn. Dit zijn onderwijs/leersituaties waarin elk persoon een gekozen leerpartner is gegeven die hem ongelimiteerde mogelijkheden voor leren aanreikt. Er zijn doorgaans maar een paar van deze relaties, want hun bestaan impliceert dat de betrokkenen simultaan een fase hebben bereikt waarin de onderwijs/leerbalans feitelijk volmaakt is.
Dit betekent niet dat zij dit noodzakelijkerwijze herkennen; in feite doen zij dit doorgaans niet. Zij kunnen zelfs voor een tijdje, en misschien zelfs hun hele leven, nogal vijandig tegenover elkander staan. Echter, zouden zij besluiten de les te leren, dan ligt de volmaakte les voor hen klaar en kan die geleerd worden. En wanneer zij besluiten deze les te leren, dan worden zij de verlossers van de leraren die weifelen en zelfs lijken te falen. Geen enkele leraar van God kan nalaten de hulp te vinden die hij nodig heeft.