Inleiding tot de handleiding voor leraren
De rol van onderwijzen en leren is feitelijk omgekeerd in het denken van de wereld. De omkering is karakteristiek. Het lijkt alsof de leraar en de leerling gescheiden zijn, de leraar iets aan de leerling gevend eerder dan aan zichzelf.
Voorts, wordt het daadwerkelijke onderwijzen als een speciale activiteit beschouwd, waarmee men zich slechts een relatief klein gedeelte van zijn tijd inlaat. De cursus op de andere hand legt er de nadruk op dat te onderwijzen te leren is, zodat leraar en leerling dezelfde zijn. Hij benadrukt eveneens dat onderwijzen een constant proces is: het is elk moment van de dag gaande en continueert tevens in de gedachten tijdens de slaap.
Te onderwijzen is te demonstreren. Er zijn slechts twee gedachtensystemen en jij demonstreert voortdurend dat jij gelooft dat de ene of de andere waar is. Van jouw demonstratie leren anderen en ook jij. De kwestie is niet of jij zult onderwijzen, want daarin is geen keuze. Het doel van de cursus, kan worden gezegd, is jou een middel te verschaffen om te kiezen wat jij wilt onderwijzen op grond van wat jij wilt leren.
Jij kunt niet aan iemand anders geven, maar alleen aan jezelf en dit leer jij door te onderwijzen. Onderwijzen is louter een roep naar getuigen om te getuigen van wat jij gelooft. Het is een methode van omkering. Dit is niet met woorden alleen gedaan. Elke situatie moet voor jou een kans zijn anderen te onderwijzen wat jij bent en wat zij voor jou zijn. Niets meer dan dat, maar ook nooit minder.
Het leerplan dat jij opstelt wordt daarom uitsluitend bepaald door wat jij denkt dat jij bent en wat jij gelooft dat de relatie van anderen tot jou is. In de formele onderwijssituatie kunnen deze vragen totaal ongerelateerd zijn aan wat jij denkt dat jij onderwijst. Toch is het onmogelijk niet de inhoud van enige situatie te gebruiken in het belang van wat jij werkelijk onderwijst en daarmee werkelijk leert.
Hiertoe is de verbale inhoud van jouw onderwijs volkomen irrelevant. Het kan ermee overeenstemmen, of niet. Het is het onderwijs dat onder jouw woorden ligt dat jou onderwijst. Onderwijzen versterkt slechts wat jij over jezelf gelooft. Het fundamentele doel ervan is zelftwijfel te verminderen. Dit betekent niet dat het zelf dat jij tracht te beschermen echt is. Maar het betekent wel dat het zelf, dat jij als echt beschouwt, is wat jij onderwijst.
Dit is onvermijdelijk. Er is geen ontsnappen aan. Hoe zou het anders kunnen? Iedereen die het leerplan van de wereld volgt en iedereen hier volgt dit totdat hij van gedachten verandert, onderwijst uitsluitend om zichzelf te overtuigen dat hij is wat hij niet is. Hierin ligt het doel van de wereld. Wat anders dan, zou haar leerplan zijn? In deze hopeloze en ge-sloten leersituatie, die niets dan wanhoop en dood onderwijst, zendt God Zijn leraren. En terwijl zij Zijn lessen van vreugde en hoop onderwijzen, wordt hun leren eindelijk volledig.
Behalve voor Gods leraren, zou er weinig hoop voor verlossing zijn, want de wereld van zonde zou voor altijd echt lijken. Zij die zichzelf misleiden, moeten misleiden, want zij moeten misleiding onderwijzen. En wat is hel anders? Dit is een handleiding voor de leraren van God. Zij zijn niet volmaakt, anders zouden zij niet hier zijn. Maar het is wel hun missie om hier volmaakt te worden, en dus onderwijzen zij volmaaktheid, keer op keer en op vele, vele manieren, totdat zij het hebben geleerd.
En dan worden zij niet meer gezien, alhoewel hun gedachten voor altijd een bron van kracht en waarheid blijven. Wie zijn zij? Hoe worden zij gekozen? Wat doen zij? Hoe kunnen zij hun eigen verlossing en de verlossing van de wereld bewerkstelligen? Deze handleiding poogt deze vragen te beantwoorden.