
Generositeit
De eigenschappen van de leraren van God...
De term generositeit heeft speciale betekenis voor de leraar van God. Het is niet de gebruikelijke betekenis van het woord, het is in feite een betekenis die geleerd - en heel zorgvuldig geleerd moet worden.
Zoals alle andere eigenschappen van Gods leraren rust deze eigenschap uiteindelijk op vertrouwen, want zonder vertrouwen kan niemand in de waarachtige zin genereus zijn. Voor de wereld betekent generositeit 'weggeven' in de zin van 'opgeven'. Voor de leraren van God betekent het weggeven om te behouden.
Dit is door de tekst en het werkboek heen benadrukt, maar is misschien meer vreemd aan het denken van de wereld dan vele andere ideeën in ons curriculum. Haar vreemdere karakter ligt louter in haar overduidelijke omkering van het denken van de wereld. Op de duidelijkste manier, en op de simpelste niveaus, betekent het woord voor de leraren van God en voor de wereld precies het tegenovergestelde.
De leraar van God is genereus vanuit eigenbelang. Dit refereert hoe dan ook niet naar het zelf waarvan de wereld spreekt. De leraar van God wil niets dat hij niet eveneens weg kan geven, want hij beseft dat het per definitie waardeloos voor hem zou zijn. Waar zou hij het voor willen? Hij zou daarom alleen maar kunnen verliezen - hij zou niet verwerven.
Daarom zoekt hij niet naar wat hij alleen zou kunnen houden, want dat is de garantie van verlies. Hij wil niet lijden. Waarom zou hij zichzelf pijn veroorzaken? Maar hij wil alles voor zichzelf houden dat van God en daarom voor Zijn Zoon is. Dit zijn de dingen die hem toebehoren. Deze kan hij in waarachtige generositeit weggeven en ze voor eeuwig voor zichzelf beschermen.