
Ik ga met God in volmaakte heiligheid
Les 156 uit het werkboek van een cursus in wonderen
Het idee van vandaag stelt slechts de simpele waarheid die de gedachte van zonde onmogelijk maakt. Het belooft dat er geen oorzaak voor zonde is en oorzaakloos bestaat zij niet. Dit volgt zeker uit de basisgedachte die zo vaak in de tekst wordt vermeld, ideeen verlaten hun bron niet. Als dit waar is hoe kun jij dan apart van God zijn? Hoe zou jij de wereld alleen en gescheiden van jouw Bron kunnen bewandelen?
Wij zijn niet inconsistent in de gedachten die wij in ons leerplan presenteren. De Waarheid moet door en door waar zijn, wil zij waar zijn. Zij kan zichzelf niet tegenstellen, noch gedeeltelijk onzeker zijn en in andere delen zeker. Jij kunt de wereld niet apart van God bewandelen, want jij kunt niet zonder Hem zijn. Hij is wat jouw leven is. Waar jij bent is Hij. Er is een leven. Dat leven deel jij met hem. Niets kan apart van Hem zijn en leven.
Toch, waar Hij is daar moet heiligheid zijn zowel als leven. Geen van Zijn eigenschappen blijft ongedeeld door alles wat leeft. Wat leeft is heilig zoals Hij zelf, want wat Zijn leven deelt is deel van heiligheid en zou net zo min zondig kunnen zijn als dat de zon kon kiezen van ijs te zijn; de zee kon kiezen apart van het water te zijn, of het gras kon groeien met zijn wortels naar de lucht opgestoken.
Er is een licht in jou dat niet kan sterven, wiens aanwezigheid zo heilig is dat de wereld is geheiligd vanwege jou. Alles wat leeft brengt jou geschenken en legt ze in dankbaarheid en verheugenis aan jouw voeten. De geur van de bloemen is hun geschenk aan jou. De golven buigen zich voor jou neer en de bomen spreiden hun armen om jou tegen de hitte te beschermen en leggen hun bladeren voor jou op de grond, opdat jij in zachtheid mag wandelen terwijl de wind afneemt tot een fluistering rond jouw heilige hoofd.
Het licht in jou is wat het universum verlangt te aanschouwen. Alle levende dingen zijn stil voor jou, want zij herkennen wie er met jou mee gaat. Het licht wat jij draagt is hun eigen en aldus zien zij in jou hun heiligheid en groeten jou als verlosser en god. Aanvaard hun referentie want het komt heiligheid zelf toe, die met jou meegaat en in zijn zachtaardige licht alle dingen naar Zijn gelijkenis en puurheid veranderd.
Dit is hoe verlossing werkt. Terwijl jij een stap terugdoet, treed het licht in jou naar voren en omgeeft de wereld. Het luidt niet het einde van zonde in, in straf en dood. Lichtjes en met gelach is zij verdwenen, want haar curieuze absurditeit wordt gezien. Het is een dwaze gedachte, een malle droom, niet beangstigend, ridicuul misschien, maar wie zou een moment verspillen in het benaderen van God zelf voor zo'n zinloze bevlieging?
Toch heb jij vele, vele jaren verkwist aan precies deze dwaze gedachte. Het verleden, met al zijn fantasien, is voorbij. Zij houden jou niet langer gebonden. De benadering van God is nabij. En in de kleine interval van twijfel die nog overblijft, verlies jij misschien het zicht op jouw metgezel en zie je Hem aan voor de zinloze aloude droom die nu voorbij is.
Wie gaat er met mij? Deze vraag zou op z'n minst duizend keer per dag gesteld moeten worden, totdat zekerheid twijfel heeft beeindigd en vrede heeft gevestigd. Laat twijfel vandaag wegvallen. God spreekt voor jou in het beantwoorden van jouw vraag met deze woorden:
Ik ga met God in volmaakte heiligheid. Ik verlicht de wereld, ik verlicht mijn geest en al de geesten die God gelijk met de mijne heeft geschapen.