Het probleem en het antwoord
De Bijbel verteld jou om “gelijk de kinderkens” te worden. Kleine kinderen herkennen dat zij niet begrijpen wat zij waarnemen en dus vragen zij wat het betekent. Maak niet de vergissing van geloven dat jij weet wat jij waarneemt, want de betekenis ervan is voor jou verloren.
Maar de Heilige Geest heeft de betekenis ervan voor jou bewaard en als jij het Hem voor jou laat interpreteren, zal Hij herstellen wat jij hebt weggegooid. Zolang als jij denkt dat jij de betekenis ervan kent, zul jij geen behoefte zien om het aan hem te vragen. Toch ken jij de betekenis van wat jij ook waarneemt niet. Niet ééngedachte die jij hebt is geheel waar.
Dit te herkennen is jouw stevige begin. Jij bent niet misleid; jij hebt in het geheel geen leiding aanvaard. Instructie in waarneming is jouw grote behoefte, want jij begrijpt niets. Herken dat, maar accepteer het niet, want begrijpen is jouw erfenis. Waarnemingen worden geleerd en jij bent niet zonder Leraar. Maar jouw bereidheid om van Hem te leren is afhankelijk van jouw bereidheid om vraagtekens te zetten bij alles wat jij jezelf hebt geleerd, want jij die verkeerd hebt geleerd zou niet jouw eigen leraar moeten zijn.
Niemand kan de waarheid achterhouden, behalve voor zichzelf. Toch zal God het antwoord wat Hij jou gaf niet wegdoen. Vraag dan om wat het jouwe is, maar dat jij niet hebt gemaakt en verdedig jezelf niet tegen de waarheid. Jij hebt het probleem gemaakt wat God heeft beantwoord. Stel jezelf daarom één eenvoudige vraag: “Wil ik het probleem, of wil ik het antwoord?” Besluit voor het antwoord en jij zult het hebben, want jij zult het zien zoals het is en het is reeds het jouwe.
Jij hebt het antwoord gehoord, maar jij hebt de vraag verkeerd begrepen. Jij hebt geloofd dat de Heilige Geest om leiding te vragen, hetzelfde is als om deprivatie te vragen. Kleine kinderen van God, jullie begrijpen jullie Vader niet. Jij gelooft in een wereld die neemt, want jij gelooft dat jij kunt verwerven door te nemen. Maar door die waarneming heb jij het zicht op de werkelijke wereld verloren. Jij bent bang voor de wereld zoals jij die ziet, maar de werkelijke wereld is nog steeds de jouwe door erom te vragen. Ontken haar niet aan jezelf, want zij kan jou alleen maar bevrijden. Niets van God zal zijn Zoon tot slaaf maken, die Hij vrij heeft geschapen en wiens vrijheid is beschermd door Zijn Wezen.
Gezegend ben jij die de waarheid zonder angst aan God zult vragen, want alleen zo kun jij leren dat in Zijn antwoord de verlossing van angst ligt. Prachtig Kind van God, jij vraagt alleen maar om wat ik jou heb beloofd. Geloof jij dat ik jou zou misleiden? Het Koninkrijk der Hemelen is in jou. Geloof dat de waarheid in mij is, want ik weet dat zij in jou is. Gods Zonen hebben niets dat zij niet delen. Vraag enige Zoon van God om de waarheid en jij hebt het aan mij gevraagd. Niet één van ons of hij heeft de waarheid in zich, om te geven aan eenieder die het van hem vraagt.
Vraag om het even wat van Gods Zoon en Zijn Vader zal jou antwoorden, want Christus is niet misleid in Zijn Vader en Zijn Vader is niet misleid in Hem. Bezie niemand behalve door Zijn leiding, want Hij zal jou van alle veroordeling verlossen. Accepteer Zijn helende vermogen en gebruik het voor allen die Hij jou stuurt, want Hij wil de Zoon van God helen in wie Hij niet is misleid.
Kinderen nemen schrikaanjagende spoken, monsters en draken waar en zij zijn met schrik vervuld. Maar als zij iemand die zij vertrouwen om de werkelijke betekenis van wat zij waarnemen vragen en bereid zijn om hun interpretaties te laten gaan ten gunste van de werkelijkheid, dan gaat hun angst er ook vandoor. Wanneer een kind wordt geholpen om zijn spook naar een gordijn te vertalen, zijn monster naar een schaduw en zijn draak naar een droom, is hij niet langer bang en lacht blijmoedig om zijn eigen angst. Jullie, mijn kinderen, zijn bang voor jullie broeders, jullie Vader en voor jezelf. Maar jij bent louter in hen misleid.
Vraag wat zij zijn van de Onderwijzer van de Werkelijkheid en hoor Zijn antwoord en ook jij zult lachen om jouw angsten en ze met vrede vervangen. Want angst ligt niet in de werkelijkheid, maar in de geesten van kinderen die het niet begrijpen. Het is alleen hun gebrek aan begrip die hun beangstigt en wanneer zij leren waarachtig waar te nemen zijn zij niet bang. En vanwege dit zullen zij opnieuw om de waarheid vragen wanneer zij bang zijn. Het is niet de werkelijkheid van jouw broeders, jouw Vader, of jezelf die jou beangstigt. Jij weet niet wie zij zijn en dus neem jij hun waar als spoken, monsters en draken.
Vraag hun werkelijkheid van de Ene Die het weet en Hij zal jou vertellen wie zij zijn. Want jij begrijpt hun niet en omdat jij bent misleid in wat jij ziet, heb jij de werkelijkheid nodig om jouw angsten te ontbinden. Zou jij jouw angsten niet voor de waarheid omruilen, als de ruil de jouwe is door te vragen? Want als God niet in jou is misleid, dan kun jij alleen door jezelf misleid zijn. Maar jij kunt de waarheid omtrent jezelf van de Heilige Geest leren, Die jou zal leren dat, als een deel van God, misleiding in jou onmogelijk moet zijn. Wanneer jij jezelf zonder misleiding waarneemt, zul jij de werkelijke wereld accepteren in plaats van de valse die jij hebt gemaakt. En dan zal jouw Vader Zich naar jou neerbuigen en de laatste stap voor jou nemen, door jou tot Zichzelf op te heffen.