Het wegnemen van de sluier
Naast jou staat iemand die jou de kelk van Verzoening aanbiedt, want de Heilige Geest is in hem. Zou jij zijn zonden tegen hem houden, of zijn geschenk aan jou accepteren? Is deze schenker van Verlossing jouw vriend of vijand? Kies welke hij is en onthoud dat jij overeenkomstig jouw keuze van hem zult ontvangen. Hij heeft het vermogen in zich om jouw zonden te vergeven, zoals jij dat voor hem hebt. Geen van beiden kan het aan zichzelf alleen geven. En toch staat jouw Verlosser naast elkeen. Laat hem zijn wat hij is en zoek niet van liefde een vijand te maken.
Aanschouw jouw Vriend, de Christus Die naast jou staat. Hoe heilig en hoe prachtig is Hij! Jij dacht dat Hij had gezondigd, omdat jij de sluier van zonde over Hem had geworpen om Zijn lieflijkheid te verbergen. Echter, nog steeds reikt Hij jou vergeving aan, om Zijn heiligheid te delen. Deze 'vijand', deze'vreemde' biedt jou nog steeds verlossing aan als Zijn Vriend. De 'vijanden' van Christus, de aanbidders van zonde, weten niet Wie zij aanvallen. Dit is jouw broeder, gekruisigd door zonde en bevrijding van pijn afwachtend. Zou jij hem geen vergeving bieden, als alleen hij het aan jou kan bieden?
Voor zijn verlossing zal hij jou de jouwe geven, zo zeker als God elk levend ding heeft geschapen en het liefheeft. En hij zal het waarlijk geven, want het zal zowel aangeboden als ontvangen zijn. Er is geen genade van de Hemel die jullie niet aan elkander kunt schenken en van jouw allerheiligste Vriend kunt ontvangen. Laat hem haar niet achterhouden, want door haar te ontvangen bied jij haar aan hem. En hij zal van jou ontvangen wat jij van hem hebt ontvangen. Verlossing is jou gegeven om aan elkander te geven en het aldus te ontvangen. Wie jij vergeeft is vrij. En wat jij geeft deel jij. Vergeef de zonden die jouw broeder meent te hebben begaan en alle schuld die jij in hem ziet.
Hier is de heilige plek van Wederopstanding, waarnaar wij opnieuw komen; waarnaar wij terug zullen keren totdat verlossing is volbracht en ontvangen. Bedenk wie jouw broeder is, voordat jij hem veroordeelt. En geef dank aan God dat hij heilig is en dat hem het geschenk van heiligheid voor jou is gegeven. Verenig je verheugd met hem en verwijder elk spoor van schuld uit zijn verstoorde en gepijnigde geest. Help hem om de zware last van zonde op te lichten die jij hem op hebt gelegd en die hij als zijn eigen accepteerde en gooi het luchtig en met vrolijk gelach van hem weg. Druk die niet als doornen tegen zijn voorhoofd en nagel hem er evenmin aan vast, niet verlost en hopeloos.
Geef elkander vertrouwen, want vertrouwen, hoop en barmhartigheid zijn de jouwe om te geven. In de handen die geven is het geschenk gegeven. Kijk op jouw broeder en zie in hem het geschenk van God dat jij zou willen ontvangen. Het is de tijd van de Wederopstanding. Laat ons verlossing aan elkander schenken en erin delen, opdat wij als één in de Wederopstanding mogen verrijzen en niet gescheiden in dood. Aanschouw het geschenk van vrijheid, dat ik voor jullie aan de Heilige Geest heb gegeven. En wees samen vrij, als jij aan de Heilige Geest dit zelfde geschenk aanbiedt en, het gevend, van Hem ontvangt in teruggave voor wat jij gaf.
Hij leidt jou en mij samen, opdat wij elkander hier in deze heilige plek mogen ontmoeten en dezelfde beslissing nemen. Bevrijd jouw broeder hier, zoals ik jou heb bevrijd. Geef hem hetzelfde geschenk en bezie hem zonder enige vorm van veroordeling. Zie hem zo schuldloos als ik jou zie en kijk voorbij de zonden die hij in zichzelf meent te zien. Biedt elkander vrijheid en volledige bevrijding van zonde, hier in de hof van ogenschijnlijke zielenstrijd en dood. Zo zullen wij samen de weg naar de Wederopstanding van Gods Zoon voorbereiden. En hem opnieuw laten verrijzen tot de blije herinnering van zijn Vader, Die geen zonde kent, noch dood, maar louter eeuwig leven.
Samen zullen wij in de Tegenwoordigheid voorbij de sluier verdwijnen; niet om verloren te zijn, maar gevonden; niet om gezien te worden, maar gekend. En wetend dat niets in het plan dat God voor verlossing heeft gevestigd, ongedaan zal blijven. Dit is het doel van de reis, zonder welke de reis betekenisloos is. Hier is de Vrede van God, jou eeuwig door Hem gegeven. Hier is de rust en stilte die jij zoekt, de reden voor de reis vanaf zijn begin. De Hemel is het geschenk dat jullie elkander verschuldigd zijn, de verplichting van dankbaarheid die jij de Zoon van God aanbiedt in dank voor wat hij is en voor wat zijn Vader hem heeft geschapen te zijn.
Bedenk zorgvuldig hoe jij naar de gever van dit geschenk wilt kijken, want zoals jij naar hem ziet, zo zal het geschenk zelf lijken te zijn. Als hij wordt gezien als dan wel de gever van schuld of van verlossing, zo zal zijn aanbieding worden gezien en zo ontvangen. De gekruisigden geven pijn, want zij zijn in pijn. Maar zij die verlost zijn geven vreugde, want zij zijn van pijn geheeld. Iedereen geeft zoals hij ontvangt, maar hij moet kiezen wat het zal zijn dat hij ontvangt. En hij zal zijn keuze herkennen door wat hij geeft en wat hem wordt gegeven. Noch is het iets in hel of Hemel gegeven om met zijn beslissing tussenbeide te komen.
Jij bent zover gekomen omdat de reis jouw keuze was. En niemand onderneemt waarvan hij gelooft dat het betekenisloos is. Waar jij vertrouwen in had is nog steeds betrouwbaar en waakt over jou in vertrouwen, zo zachtmoedig en toch zo zeker, dat het jou ver voorbij de sluier zal lichten en de Zoon van God veilig in de zekere bescherming van Zijn Vader plaatst. Hier is het enige doel dat deze wereld en de lange reis door deze wereld heen, welke betekenis ook in hun ligt geeft. Hieraan voorbij zijn zij betekenisloos. Jullie staan samen, nog steeds zonder overtuiging dat zij een doel hebben. Toch is jou gegeven dit doel in jouw heilige Vriend te zien en het als jouw eigen te herkennen.