
De vergeten melodie
Luister en probeer te bedenken of jij je herinnert waar wij nu van zullen spreken. Luister, - misschien vang jij een vleugje op van een aloude toestand, niet geheel vergeten; vaag, wellicht en toch niet geheel onbekend. Zoals een lied waarvan de naam allang is vergeten en de omstandigheden waarin jij het hoorde volledig onherinnerd.
Niet het hele lied is jou bijgebleven, maar slechts een kleine zweem van melodie, niet gebonden aan een persoon, een plaats of iets bepaalds. Maar jij herinnert je, van alleen dit fragment, hoe lieflijk het lied was, hoe wonderschoon de omgeving waarin jij het hoorde en hoe jij degenen liefhad die daar waren en daar met jou luisterden.
De muzieknoten zijn niets. Toch heb jij ze bij jou gehouden, niet vanwege henzelf, maar als zachte herinnering aan wat jou tot tranen zou brengen, als jij je herinnerde hoe dierbaar het voor jou was. Jij zou het je kunnen herinneren, toch ben jij bang, gelovend dat jij de wereld die jij sindsdien hebt geleerd, zou verliezen. En toch weet jij dat niets in de wereld die jij hebt geleerd, jou ook maar half zo lief is als dit. Luister, en zie of jij je een aloud lied herinnert dat jij zo lang geleden kende en dat jou dierbaarder was dan enige melodie die jij jezelf sindsdien hebt leren koesteren.
Voorbij het lichaam, voorbij de zon en de sterren, voorbij alles wat jij ziet en toch ergens hoe dan ook vertrouwd, is een boog van gouden licht dat zich, terwijl jij kijkt, verwijdt tot een grootse stralende cirkel. En heel de cirkel vult zich, voor jouw ogen, met licht.
De randen van de cirkel verdwijnen en wat erbinnen is in het geheel niet langer omvat. Het licht spreidt zich uit en beslaat alles zich tot in de eeuwigheid uitstrekkend, zonder ergens een breuk of grens. Erbinnen is alles verenigt in volmaakte continuïteit. Noch is het mogelijk je voor te stellen dat iets zich daarbuiten bevind. Want er is nergens waar dit licht niet is.
Dit is de visie van de Zoon van God, die jij goed kent. Hier is de visie van hem die zijn Vader kent. Hier is de herinnering van wat jij bent: een deel hiervan, met alles binnenin jou en verenigt met alles zo zeker als als alles aan jou is verenigt. Aanvaard de visie die jou dit kan tonen en niet het lichaam.
Jij kent het aloude lied en kent het goed. Niets zal jou ooit zo dierbaar zijn als deze aloude hymne van liefde die de Zoon van God nog immer naar zijn Vader zingt. En nu kunnen de blinden zien, want ditzelfde lied dat zij ter ere van hun Schepper zingen, geeft tevens lof aan hen. De blindheid die zij hebben gemaakt kan de herinnering aan dit lied niet weerstaan. En zij zullen de visie van de Zoon van God zien en zich herinneren wie hij is van wie zij zingen.
Wat is een wonder, behalve deze herinnering? En wie is er in wie deze herinnering niet ligt? Het licht in de één ontwaakt het in allen. En wanneer jullie het in elkander zien, zul jij je het voor iedereen herinneren.